Emile Roemer over laaggeletterdheid
Vooraf:
Emile Roemer, waarnemend burgemeester van Heerlen heeft veel met taal. Hij weet als voormalig onderwijzer hoe belangrijk taal is voor ieders persoonlijke ontwikkeling. Hoe kwetsbaar je wordt als je hierin achterstand oploopt. Ook op de werkvloer. Een bevlogen bestuurder die serieus de tijd neemt om op een persoonlijke, toegankelijke manier zaken van belang aan de orde te stellen. De stropdas gaat af. Hij neemt alle tijd voor een goed gesprek.
Laaggeletterdheid en afstand tot de arbeidsmarkt, wat betekent dit volgens u voor de parkstadgemeenten?
Ik kijk in eerste instantie naar de mens achter de ‘laaggeletterde’. Meestal zie je dat laaggeletterdheid ervaren wordt als een belemmering om je vrij te ontplooien in de samenleving. Er worden ‘trucjes’ bedacht om met laaggeletterdheid om te gaan. Schaamte speelt daarbij een grote rol. Omzeilen is dan iets waar mensen goed in worden. Er niet over praten – het vooral niet erkennen of laten merken dat je niet kunt lezen of schrijven – maakt het moeilijk om hulp aan te bieden. Vaak heb je niet eens door dat iemand laatgeletterd is. Dat verwacht je niet. Laaggeletterd wil niet zeggen dat je geen talenten of kwaliteiten hebt. Die heb je natuurlijk wel. Maar wanneer je afhaakt omdat je bang bent dat je moet lezen of schrijven ontneem je jezelf veel kansen. Dan doe je jezelf tekort. Dat heeft zijn weerslag op deelname aan de arbeidsmarkt.
Hoe kun je dit veranderen?
Gelukkig gebeurt er heel veel. Ervoor zorgen dat laaggeletterdheid voor het voetlicht wordt gebracht is daarbij misschien wel het belangrijkste. Prinses Leontien is een mooi voorbeeld van iemand die dat doet en is tevens een boegbeeld voor de groep. Door laaggeletterdheid aan de kaak te stellen, bespreekbaar te maken en te wijzen op de gevolgen wanneer je dit niet doet komen op steeds meer plekken landelijk – maar ook regionaal – goede initiatieven van de grond.
Kijk bijvoorbeeld eens wat eens wat er gebeurt in een stad als Heerlen in de week van de laaggeletterdheid. Dat maakt veel los bij mensen. Je verlaagt de drempel wanneer je het probleem bespreekbaar maakt. Als je daarbij ook nog eens mensen kunt laten zien bij wie het is gelukt om te leren lezen en schrijven, en hoe dit hun leven heeft veranderd, dan zit je goed. Dat geeft moed en hoop.
Dat was ‘voelbaar’ in de zaal bij het afnemen van het dictee voor laaggeletterden. ‘Hé, die persoon die daar op het podium staat heeft hetzelfde probleem gehad als ik, en heeft het opgelost. Misschien kan ik dat ook…’. Díe bewustwording. Dáár gaat het om!
Belangrijk is dat de signalen die worden afgegeven ook serieus opgepakt worden. Dan heb ik het ook over een signaalfunctie bij baliemedewerkers, werkgevers, huisartsen, onderwijzers. Eigenlijk iedereen. Praat er met elkaar erover als je denkt dat zoiets speelt. Laat weten dat er hulp bestaat waarmee je iemand in contact kunt brengen. Daarmee zet je een hoop in beweging.
Hoe is het mogelijk dat ‘vroege signalering’ bij scholen niet afdoende is?
De laatste jaren komt dat meer in beeld dan vroeger het geval was. Er zijn oudergesprekken. Er wordt wel een ‘diagnose’ gesteld maar dan nog blijft een grote groep kinderen over die moeite heeft met lezen en schrijven. Tot groep acht is er begeleiding op de basisschool. Toch gaat er een groep kinderen met taalachterstand naar de middelbare school. Daar raken ze uit het zicht.
Waar kinderen dan terecht komen, hoe de school ermee omgaat, wie ze tegenkomen bepaalt de rest van het verhaal. Wil een kind graag met zijn handen werken, dan wordt daar de focus op gelegd. Zo ontstaan veel ontsnappingsmogelijkheden. Die kinderen denken het wel te kunnen redden door te werken met hun handen en laten het theoretische voor wat het is. Zo glippen veel van hen door de mazen van het net. Maar ze hebben er later wel last van.
Kan het probleem van laaggeletterdheid meegenomen worden bij de uitvoering van de participatiewet of stimulering anderzijds?
Dat is afhankelijk van hoe je het invoert. Papier is heel geduldig. De praktijk is anders. Als je als consulent/ambtenaar genoeg tijd en ruimte krijgt om echt met mensen aan de slag te gaan en serieus kijkt hoe je iemand verder kunt helpen, dan is de kans op signalering groot. Wanneer wordt opgemerkt wat er écht aan de hand is, pas dán kun je kijken wat je er aan kunt doen. Als iemand alleen als nummer wordt opgevoerd, als je regels letterlijk hanteert, alleen maar controleert of er voldoende sollicitatiegesprekken zijn geweest, en dat als ‘contact hebben’ omschrijft, dan wordt het een heel ander verhaal.
Kinderen die in armoede worden geboren hebben een grotere kans om in armoede te blijven leven, ondanks alles wat op school wordt aangereikt.
Hoe kunnen we daar het beste mee omgaan?
In deze regio, waar de gevolgen van de sluiting van de mijnen een deel van de geschiedenis is, zie je dat overduidelijk. Het lijkt wel of het in het DNA van mensen is gaan zitten. Als je van generatie op generatie weinig met taal in aanraking komt, er thuis niet of nauwelijks wordt gelezen of voorgelezen, dan moet je het hebben van die paar contactuurtjes op school. Dat is gewoon te weinig. Daar ligt al een behoefte waarop je moet inspelen. In Heerlen en Parkstad wordt er veel gedaan om letters aan te reiken, maar helaas moet worden geconcludeerd dat het heel lastig is. Bij de taalcafés komen vooral allochtone mensen die de taal willen leren. Ze hebben moeite met de Nederlandse taal. Dat wil niet zeggen dat zij hun eigen moedertaal niet beheersen. Als je hier bent geboren en getogen en moeite hebt met de Nederlandse taal, dan is het probleem twee keer zo groot.
Er moet meer moeite worden gedaan om bij mensen áchter de voordeur te komen. Het is de kunst om deze groep te vinden, ze aan te spreken en te kijken hoe op de een of andere manier de helpende hand kan worden gereikt.
Hoe kunnen deze mensen het beste gevonden worden?
Contacten moeten, zoals ik al eerder aangaf, geïntensiveerd worden. Er moet meer tijd worden gecreëerd om mensen daadwerkelijk te helpen in plaats van alleen af te vinken op lijstjes of het huiswerk wel is gedaan. Alleen maar kijken of er gesolliciteerd is en boetes geven als dat niet gebeurt. Dat werkt averechts. Ik geloof niet in afdwingen of dreigen met repressies. Kijk even waaróm iets niet werkt. Mijn ervaringen als leerkracht maar ook beleidsmaker hebben me laten zien dat, wanneer je mensen bij de hand neemt en ze succeservaringen laat meemaken, zij het beste gemotiveerd worden om ergens aan mee te doen. Niemand zit voor zijn lol thuis in een armoedesituatie. Er zit altijd iets achter. Of dat nu schaamte is of dat je denkt dat je iets niet kunt.
Wanneer deze mensen iemand tegenover zich krijgen die tijd voor ze heeft en ze stapsgewijs op weg kan helpen, dan komt er vertrouwen. Dan ontstaat er een positieve beweging.
Werkzoekenden lopen in de systeemwereld vaak aan tegen een veelvoud van regelgeving en bureaucratie. Mensen raken hierdoor gedemotiveerd. Wat is een goede manier om laaggeletterden aan een baan te helpen?
Instanties zijn er. Systemen zijn er. Maar uiteindelijk is en blijft ‘mensenwerk’ het belangrijkste. In Heerlen wordt er volop gestuurd op menselijk en persoonlijk contact. Er wordt dieper doorgevraagd en gekeken hoe daadwerkelijk kan worden geholpen.
Het Heerlens verleden heeft ook uitgewezen dat alleen handhaving en repressie niet werken. De serieuze drugsproblematiek, de prostitutie rondom het station gingen gepaard met armoedeproblematiek.
Je kunt mensen alleen maar helpen als ook de juiste zorg wordt aangeboden. Niet door ze weg te jagen. Daarmee verleg je het probleem, want het komt op een andere plaats terug. Alleen politie erop af sturen helpt niet. Inventariseer om wíe het gaat, wat er werkelijk aan de hand is en wat nodig is om het op te lossen. Operatie Hartslag (het terugdringen van de drugsproblematiek) werd in Heerlen met de nodige scepsis gestart maar het werkte. Heerlen scoorde hiermee hoog op landelijk niveau. Deze mentaliteit is er nog steeds. Als er in de woonomgeving iets niet goed gaat dan stappen we erop af.
De Provincie Limburg wil een inclusieve samenleving, een participatie maatschappij waarin iedereen er toe doet. Ziet u de mogelijkheid voor een soortgelijke ommezwaai voor wat betreft bestrijding van laaggeletterdheid?
Het is geweldig als je een hoge ambitie durft uit te spreken. Het begint met de ambitie en de wil om uit te spreken dat je er iets aan wil doen. Je kunt daar niet mee garanderen dat het ook voor 100% lukt. Er zullen altijd mensen blijven niet geholpen zullen worden.
Mensen, die je niet kunt bereiken of die het niet willen. Maar door deze aanpak kun je bovengemiddeld veel mensen helpen.
Heeft het te maken met intenties?
Precies. Het gaat erom dat mensen het vertrouwen krijgen dat het maken van een ommezwaai mogelijk is.
De vier mensen die de moed hebben gehad om bij het Stadsdictee hun verhaal te doen en het lef hadden om in de spotlights te treden, brachten wel iets op gang. Ze waren trots. Ze hebben een nieuw leven gekregen. Ik kreeg er kippenvel van. Het zit hem volgens mij in twee dingen: je moet mensen vertrouwen geven én een veilige omgeving neerzetten, waarin mensen zich durven ontplooien. Lukt het niet meteen de eerste keer, dan misschien de tweede keer of de keer daarop. Dat geeft niets. Falen hoort er ook bij. Als je je eigen angsten weet te overwinnen en je schaamte achter je kunt laten, kun je laten zien wat het heeft opgeleverd. Dat moedigt mensen die er mee bezig zijn enorm aan. Je laat zien dat het kan. Je kon het zien aan de ogen van de mensen in de zaal. Prachtig!
Hebben gemeenten een speciaal budget om hierop in te zetten?
Heerlen investeert hier veel in. Er zijn bovengemiddeld veel mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan werk geholpen. Onder andere door het VDL-verhaal. Heel veel mensen uit Heerlen hebben daar een kans gekregen. Ook mensen die dachten dat ze kansloos waren. Wat dat betreft timmert Heerlen stevig aan de weg. Maar natuurlijk, alles kan nog beter.
De geschiedenis is hier zó overduidelijk. We willen energie steken in kinderen, en dan heb ik het over een grote groep kinderen, die gedoemd zijn tot armoede. Wij willen deze kinderen de kans te geven waarop ze recht hebben. Kinderen worden geboren in bepaalde omstandigheden, en zijn daar nooit schuldig aan.
Is het mogelijk regelgeving die administratieve rompslomp veroorzaakt – iets waar mensen tegen aan lopen – te vereenvoudigen?
Kortere lijnen uit te zetten?
Ongetwijfeld. Het feit dat we hiervoor een stuurgroep aan tafel hebben geeft aan dat we voortdurend op zoek zijn naar hoe we kunnen voorkomen dat mensen tussen wal en schip vallen. Bureaucratie is het laatste wat je wil.
De gemiddelde persoon bestaat niet. Veel mensen die in bepaalde omstandigheden terecht zijn gekomen worden van het kastje naar de muur gestuurd. We proberen organisaties aan tafel te krijgen om te voorkomen dat dit zo gebeurt. Samenwerken is moeilijk maar juist die momenten dat je elkaar structureel opzoekt moet je benutten. De tijd die uitgetrokken zou moeten worden is op de werkvloer niet altijd realiseerbaar. Dat klopt. Iedereen barst van de goede bedoelingen, maar veel instellingen zijn overvraagd door de hoeveelheid mensen die een zorgvraag hebben. Zeker met de bezuinigingen en de veranderde wetgeving van de afgelopen jaren is dat niet makkelijk. Mensen moeten te lang wachten op de juiste hulp, ook al probeer je het te voorkomen. Waar mogelijk zoeken we naar oplossingen. Maar soms lukt het niet.
Heerlen heeft een Sociale Adviesraad. Helpt dat?
Zeker. De Adviesraad kan uit ervaring vertellen hoe het gaat. Nogmaals, papier is geduldig en theorie blijft maar theorie. De vertaalslag naar de wijk. Díe moet je weten. Dat is altijd mijn werkwijze en persoonlijke houding geweest. Ik werkte hier pas, en hoorde steeds dezelfde naam van een bepaald probleemgebied terugkomen. Omdat ik hier totaal niet bekend was ben ik er gewoon op een avond naar toe gereden. Om zelf eens te kijken waar ze het de hele tijd over hebben. Niks voorbereid of afgesproken. Zomaar op straat iemand in die buurt aangesproken. “Waarom komt u hier, burgemeester?” Ik legde het uit. “Dan moet je eens met die mevrouw gaan praten.” Ik erheen. Aangebeld. Die mevrouw schrok zich rot. Staat de burgemeester ineens ’s avonds om half 10 voor de deur. Maar door zo spontaan met mensen te praten heb ik wel een eerste beeld gekregen waar het over ging.
Voor mij wel een bevestiging dat hier iets moest gebeuren. Vervolgens zit ik dan met mensen aan tafel die vertelden dat het wel mee viel in die wijk. Als je dan kunt vertellen dat je het persoonlijk bent gaan kijken dan worden de meningen al gauw bijgesteld.
Daarnaast voelden mensen uit die buurt zich door mijn bezoek serieus genomen. Zoiets mag je ook van hulpverleners verwachten. Kijk even achter de persoon. Kun je daarmee alles voorkomen of verbeteren? Nee, maar je komt wel een stap verder.
Gelooft u in Burgerkracht? Er zijn veel goed opgeleide mensen maar ook velen die aan de onderkant van de samenleving blijven. Door verhalen op te halen bij deze mensen, maar ook bij beleidsambtenaren wil de provincie bewerkstelligen dat problemen naar boven komen ten behoeve van een betere afstemming. Wat vind u daarvan?
Het is uitstekend dat daar oog voor is. Het stimuleren van gemeenten en er budget voor vrijmaken is een goede zaak. Mensen uit een situatie halen door ze een opleiding te bieden en de hulp te geven die ze nodig hebben kan een hele goede bijdrage zijn. Beleid in het verleden is lang niet altijd juist gebleken. Daarover moet je van tevoren goed nadenken.
De bezuinigingen op de sociale werkvoorzieningen zijn hiervan een goed voorbeeld. Theorie en praktijk sluiten niet op elkaar aan. Bedrijven zouden meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst moeten nemen. Maar voor sommigen kan ook dit nooit een oplossing zijn en ligt ook dié lat te hoog. Zinvol bezig zijn, ook voor mensen met minder capaciteiten, dat wil iedereen. Je naar vermogen inzetten, iets doen waar je trots op bent en dat voldoening geeft. Dat laatste is verstoord, en juist daarmee vergroot je het probleem om mensen een goede werkplek te geven. Een werknemer moet ergens tot zijn recht kunnen komen en het gevoel hebben gewaardeerd te worden.
Beleidsmakers zouden vaker de werkvloer op moeten om te kijken wat er speelt.
Werkgevers hebben daarbij de hulp van professionals nodig wanneer het gaat om de begeleiding van deze mensen. Dat is onontbeerlijk. Het heeft álles te maken met een visie. Hoe richt je de samenleving in…
Door Gaby Visser van Burgerkracht Limburg