Iedereen heeft recht op een cliëntenvertrouwenspersoon

Misschien heeft u al gehoord dat op 1 januari van dit jaar twee belangrijke nieuwe wetten in de zorg in werking zijn getreden. Het betreft de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte ggz (Wvggz). Deze wetten zijn de opvolgers van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). De Wzd sluit beter aan bij de zorg aan mensen die hun wil niet of niet goed kunnen uiten en beschermt cliënten met een verstandelijke beperking en/of psychogeriatrische klachten (zoals dementie) beter dan dat in de BOPZ het geval was. Onlangs zijn ook cliënten met niet-aangeboren hersenletsel (NAH), Korsakov en Huntington aangemerkt als gelijkgestelde aandoening, waardoor ook zij onder de Wzd vallen.

Cliëntenvertrouwenspersonen

In de Wzd zijn de rechten van deze cliënten duidelijk vastgelegd wanneer zij te maken krijgen met onvrijwillige zorg. ‘Onvrijwillige zorg is zorg waarmee de cliënt of diens vertegenwoordiger niet instemt, of waarmee de vertegenwoordiger wel heeft ingestemd maar waartegen de cliënt zich verzet’, leggen Sonja Bos, Susan Derks en Ria Heijnen uit. Zij vervullen sinds januari van dit jaar met vier andere collega’s in Limburg de functie van cliëntenvertrouwenspersoon Wet zorg en dwang, ook wel CVP Wzd genoemd. ‘Onvrijwillige zorg heeft vrijwel altijd te maken met iets wat de cliënt wil maar niet mag, of met iets wat de cliënt moet maar niet wil’, vertelt Sonja. ‘In de Wzd is vastgelegd dat cliënten en hun vertegenwoordigers gebruik kunnen maken van een onafhankelijke cliëntenvertrouwenspersoon. Dat zijn wij dus. We zijn niet in dienst van de zorgaanbieders, maar zijn er wel voor deze cliënten om hen te ondersteunen wanneer er sprake is van onvrijwillige zorg. We kunnen cliënten en hun vertegenwoordigers informeren wanneer zij vragen hebben over de inzet van onvrijwillige zorg, maar we ondersteunen ook bij onvrede of klachten over de zorg, opname of verblijf in een zorginstelling’. ‘De cliëntenvertrouwenspersonen zien zichzelf als stemversterker van de cliënt: ‘We zijn er niet om kant- en klare oplossingen aan te dragen, maar ondersteunen in die mate die nodig is om te zorgen dat de stem van de cliënt gehoord wordt’.

Onafhankelijkheid

‘Een belangrijk aspect van deze functie is dus dat wij onafhankelijk zijn’, vertelt Ria. Landelijk zijn er vier organisaties actief die de cliëntenvertrouwenspersonen leveren. In Limburg doet Burgerkracht Limburg dit onder het label van Adviespunt Zorgbelang. ‘Deze onafhankelijkheid maakt ons voor cliënten en vertegenwoordigers laagdrempeliger, omdat je vaak ziet dat het toch een hele stap is om bijvoorbeeld je onvrede over de zorg rechtstreeks te uiten bij iemand die werkt bij diezelfde zorgaanbieder’. Sonja vult dit gegeven aan met een voorbeeld: ‘Tijdens de coronacrisis werd ik benaderd door de dochter van een verpleeghuisbewoner. In het verpleeghuis mocht zij eindelijk weer op bezoek bij haar moeder, alleen moest dit in een speciaal aangewezen ruimte en er was verplicht een medewerker bij aanwezig om toe te zien op de naleving van de regels. Dit werd door de bewoner en dochter niet als prettig ervaren. Het blijkt dan een drempel te zijn om dit ongenoegen te uiten bij de zorgaanbieder, omdat mensen vaak toch het gevoel hebben afhankelijk te zijn. Ze zijn bang dat klagen of onvrede uiten een negatief effect heeft op de zorg aan hun dierbare. Je verhaal kwijt kunnen bij ons en ondersteuning vragen, kan dan net dat extra zetje geven om het toch te doen’.

Partijdigheid

Een ander belangrijk aspect van de cliëntenvertrouwenspersoon is de partijdigheid. ‘Wij staan altijd aan de kant van de cliënt, onvoorwaardelijk’, vertelt Susan. ‘We volgen de wens van de cliënt, ongeacht wat we daar als mens zelf van zouden vinden. We doen ook niet aan waarheidsvinding en uiten geen waardeoordeel, we volgen het pad van de cliënt en zijn in dat verband echte procesondersteuners. Uiteraard kan het dan voorkomen dat je vooraf weet dat de cliënt zijn doel niet gaat behalen, maar daar gaat het niet om. De regie ligt bij de cliënt zelf en daar blijft het ook’. Susan stond een cliënt met een verstandelijke beperking bij die het niet eens was met afspraken die jaren geleden waren gemaakt: ‘Deze cliënt moest iedere avond zijn mobiele telefoon inleveren. De cliënt begreep goed waar deze afspraak vandaan kwam, maar vond dat hij inmiddels ook weer zoveel geleerd had dat de afspraak wat hem betreft achterhaald was. We bespraken samen hoe hij dit kenbaar kon maken, want in zijn eentje had hij er niet veel vertrouwen in. Met een klein duwtje in de rug en wat ondersteuning bij het goed verwoorden van zijn verhaal, is het doel bereikt. De cliënt heeft zijn telefoon weer terug’.

Vertrouwelijkheid

De cliëntenvertrouwenspersonen werken daarnaast ook vertrouwelijk en hebben geheimhoudingsplicht. Sonja: ‘Alles wat een cliënt en zijn vertegenwoordiger met me deelt, blijft tussen ons. Enkel met toestemming van de cliënt deel ik het met iemand anders. De enige uitzondering is wanneer er ernstig gevaar voor de cliënt of zijn omgeving dreigt, dan mag de cliëntenvertrouwenspersoon de geheimhoudingsplicht schenden. Maar dan nog deel je dit met je cliënt’.

Signalerende functie

In de wet is vastgelegd dat de cliëntenvertrouwenspersonen ook een signalerende functie hebben, wat inhoudt dat zij situaties waarbij cliëntenrechten in het geding komen, dienen te melden. Ria: ‘We doen dat natuurlijk in eerste instantie bij de zorgaanbieder zelf. Het kan bijvoorbeeld om onvrijwillige zorg die herhaaldelijk niet goed in het zorgplan wordt opgenomen. Maar het kan voorkomen dat een signaal niet of onvoldoende opgepakt wordt. In dat geval zijn wij ook verplicht onze bevindingen te melden bij de inspectie (IGJ)’.

Samenloop met familievertrouwenspersoon

Belangrijk om te vermelden is dat er verwarring zou kunnen ontstaan over de familievertrouwenspersoon en de cliëntenvertrouwenspersoon. Susan: ‘Het onderscheid zit hem in de grondslag op basis waarvan iemand zorgt krijgt. Iemand die op basis van een GGZ-indicatie zorg krijgt, valt onder de eerder genoemde Wet verplichte ggz (Wvggz) en naasten kunnen zich dan richten tot de familievertrouwenspersoon. Hierin is de stichting Familievertrouwenspersonen landelijk actief. Patiënten zelf kunnen terecht bij de Patiëntenvertrouwenspersoon van de gelijknamige stichting. Wanneer iemand zorg krijgt op basis van een Wlz-indicatie met de grondslag verstandelijke beperking of psychogeriatrie, zijn wij er dus. Het onderscheid voor familie en cliënten zoals dat in de Wvggz wordt gemaakt, kennen we dat in de Wzd niet. De cliëntenvertrouwenspersonen zijn er voor de cliënt én de  vertegenwoordiger. Wel belangrijk om te weten is dat we graag op passende wijze en zonder teveel belasting altijd de cliënt zelf willen ontmoeten. Dit uit respect voor de cliënt, maar ook om een goed beeld te krijgen van de situatie’.

Bereikbaarheid

‘Binnen ons team in Limburg hebben we alle zorginstellingen voor mensen met een verstandelijke beperking en psychogeriatrie verdeeld’, zegt Sonja. ‘Elke locatie heeft zo zijn eigen vaste cliëntenvertrouwenspersoon. We gaan met bepaalde frequentie locatiebezoeken afleggen en onze persoonlijke flyers zullen te allen tijden terug te vinden zijn op de locaties waar cliënten wonen of werken’.  Cliënten hebben recht op onze dienst en dit willen we hen graag laten weten’.

Wanneer iemand niet weet welke cliëntenvertrouwenspersoon gekoppeld is aan zijn of haar zorglocatie, dan kan er gebeld worden met een algemeen nummer dat op werkdagen van 9.00 – 17.00u bereikbaar is. ‘Mensen kunnen dan bellen naar 088-9294099, of mailen naar cvp@burgerkrachtlimburg.nl en binnen twee werkdagen krijgen ze dan een reactie van de vaste cliëntenvertrouwenspersoon’, licht Ria toe.

In elk geval hopen Sonja, Ria en Susan ook door dit artikel weer wat meer bekendheid te krijgen. Meer informatie over de Wzd én de Wvggz is terug te vinden op www.dwangindezorg.nl

deel dit artikel